Hoewel elk project afzonderlijk moet worden geanalyseerd en geëvalueerd, zijn bepaalde punten onmisbaar, ongeacht het te verlichten kantoortype. Elementen waarmee rekening moet worden gehouden zijn onder meer:
 

• Type en plaats van lichtbronnen
  Dit is waar je het beste kunt beginnen. Directe lichtbronnen moeten worden opgevat als een intensere, nuttigere verlichting van het werkgebied, maar houden andere gebieden die niet direct verlicht zijn mogelijk gehuld in schaduw. Aan de andere kant beperkt het exclusieve gebruik van indirecte lichtbronnen – die bijvoorbeeld licht gebruiken dat door het plafond wordt gereflecteerd om diffuus licht over het hele gebied te creëren – de verschillen in helderheid. En hoewel ze gelijkmatigere verlichting bieden, is het mogelijk dat indirecte lichtbronnen niet voldoende verlichting bieden voor de bureaus.
  
  
• Het regelen van de verlichting op de werkplek
  Vandaag de dag heeft de overgrote meerderheid van de kantoren bureaus met computers waar kantoormedewerkers het grootste deel van hun tijd doorbrengen. Dit maakt het essentieel om een element te bestuderen dat bekend staat als de Unified Glare Rating (UGR). Deze waarde wordt internationaal erkend en overeengekomen in een bereik van 0 tot 30 dat de verblindingsomstandigheden in een omgeving aangeeft.
  
  
• De juiste balans tussen natuurlijk en kunstlicht
  Uiteraard moet in kantoren worden gezorgd voor natuurlijk licht en dit verdient waar mogelijk de voorkeur boven kunstlicht. Om ongemak door te intens licht te voorkomen, is het echter belangrijk om de bronnen van natuurlijk licht af te schermen bij een extreem hoge lichtsterkte buitenshuis. Het is ook belangrijk om een uitnodigende omgeving te creëren door rekening te houden met lichtvariaties op verschillende tijdstippen van de dag (vooral met het oog op eventuele ploegendiensten) en, in nog sterkere mate, gedurende de seizoenen.
  
  
• Energie-efficiëntie
  Dit element heeft uiteraard geen invloed op de productiviteit, maar is van groot belang voor elke bedrijfseigenaar. De laatste tijd is er enorme technologische vooruitgang geboekt met betrekking tot efficiëntie en energiebesparing: in bescheiden zin door de introductie van  led-verlichtingssystemen, maar in grotere mate door de verspreiding van op afstand programmeerbare besturingseenheden, die een variërende lichtsterkte mogelijk maken, afhankelijk van het tijdstip van de dag, de hoeveelheid daglicht en de aan- of afwezigheid van medewerkers op hun werkplek.

Het is essentieel om onderscheid te maken tussen de soorten werkplekken; een bureau met een computer (met VDT) heeft bijvoorbeeld minder verlichting nodig dan de receptie of een vergaderruimte.

Iedereen die achter een computer werkt, heeft gelijkmatige en diffuse verlichting nodig, niet te agressief en ook niet te zwak; anders bestaat de neiging om instinctief de helderheid van de monitor te veel aan te passen.

Het doel van goede verlichting op de werkplek is het bevorderen van de productiviteit en concentratie zonder vermoeide ogen. Hierbij kun je niet zomaar de meest geschikte en best presterende verlichtingseenheid kiezen zonder deze op de juiste plek binnen de werkomgeving te plaatsen.
 

Zoals we hebben gezien, dient de ideale verlichting voor een werkomgeving een mix te zijn van direct en indirect licht, waarbij overmatig contrast tussen de zones die direct licht ontvangen en de andere delen van de omgeving wordt vermeden, om een goede algehele verlichting van de ruimte te garanderen.

De verlichtingsvereisten voor werkplekken binnenshuis worden gereguleerd door de UNI EN 12464-1-norm, gericht op het garanderen van het comfort en de visuele prestaties van iedereen met een normaal gezichtsvermogen. Door analyse van routinematige visuele taken stelt deze norm eisen aan visueel comfort en biedt richtlijnen voor de verlichtingsniveaus, uniformiteit en maximale verblinding die vereist zijn voor verschillende visuele taken, inclusief taken waarbij computers worden gebruikt.

Naast de verlichting van de specifieke ruimte beschrijft de norm de vereisten voor twee andere ruimtes: de directe omgeving en de achtergrondruimte.
 

Bijvoorbeeld: de norm stelt dat bureaus die zijn uitgerust met computers een lichtsterkte van 500 lux op het werkoppervlak moeten hebben. Voor complexere activiteiten en activiteiten die een grotere nauwkeurigheid vereisen (planning, illustraties, ontwerp) moet de lichtintensiteit hoger zijn, namelijk tussen de 750 en 1.000 lux.

Voor de evaluatie van de verlichting van een werkomgeving moeten bepaalde goed gedefinieerde parameters bekend zijn.

Lichtstroom is de hoeveelheid licht die een bepaalde lichtbron of armatuur uitstraalt.

Lichtrendement is de verhouding tussen de lichtstroom en het elektrisch ingangsvermogen (lm/W): dit is de maatstaf voor de kosteneffectiviteit van het armatuur.

De hoeveelheid licht die het werkgebied bereikt, wordt gedefinieerd als verlichtingssterkte en wordt gemeten in lux (uitgedrukt in lumen/m², dat wil zeggen de lichtstroom die wordt uitgestraald door een bron die een oppervlakte van één vierkante meter raakt).

Helderheid daarentegen wordt gebruikt om de werkelijke intensiteit uit te drukken van een lichtstraal die wordt uitgezonden door een oppervlak met grotere afmetingen in de richting van de waarnemer van hetzelfde licht en wordt gemeten in cd/m².

Dit zijn de belangrijkste elementen – maar niet de enige – waarmee rekening moet worden gehouden bij het plannen van de verlichting van een kantoor of andere werkplek: de te onderzoeken variabelen zijn divers en niet allemaal voorspelbaar, dus het is altijd het beste om op professionals zoals architecten en lichtontwerpers te vertrouwen voor advies over verlichtingssystemen en de meest gepaste oplossingen.